Actief voor en in de natuur

Begrazing 2021

In het seizoen 2021 zal de schaapskudde wat minder graspercelen begrazen dan de jaren ervoor. De belangrijkste reden is dat graspercelen zijn gekenmerkt als bloemrijkgrasland en de schapen daar geen toegevoegde waarde bij hebben. Daarom richten we ons dit seizoen op het intensief begrazen van gedeelten die wel kaal gegeten moeten worden. U zult de herders dus gewoon in het gebied tegenkomen.

Schrale nachtweide

Soms krijgen we de vraag of de schapen in de avond en nacht voldoende te eten hebben. En wij zijn blij met dit soort vragen want het geeft uw betrokkenheid bij de kudde aan. Als aan het eind van de dag de herder de kudde terugbrengt naar de nachtweide is er altijd voldoende gras aanwezig wat de schapen nog nodig hebben na het vele eten wat ze gedurende de dag (minimaal 6 uur) hebben gedaan. De buikjes zitten dan goed vol en ze herkauwen flink. De reden dat de schapen ’s avonds ‘schraal staan’ (beperkt gras) is dat ze de volgende ochtend flink trek hebben en weer volop aan het werk gaan. Vooral in de bermen langs de fietspaden kunnen ze veel en goed eten en dat doen ze dan ook met plezier. Als de schapen veel gras hebben gedurende de nacht zullen ze ook veel gaan eten en dan is de honger in de ochtend verdwenen. Ze gaan dan veel lopen en eten weinig waarbij ze zich concentreren op alleen de lekkere dingen. We verplaatsen de kudde zeer regelmatig zodat er voldoende vers gras is en de percelen niet te zwart worden gelopen.

Waarom niet permanent achter de netten?

Er bestaan twee soorten kuddes, te weten een genette kudde en een gescheperde kudde. De genette kudde kent u mogelijk van de taluds/wallen van de snelwegen waar de schapen een bepaald gedeelte kaal eten. Als een gedeelte kaal gegeten is komt de herder de schapen halen om ze naar een nieuw ‘vak’ te brengen waar ze weer achter de netten staan. Dan zijn er de gescheperde kuddes. Hierbij trekt de herder met zijn honden en de schapen door het gebied. De meeste van u kennen deze kuddes van de Veluwe of van Drenthe.

Vroeger heette de herder de Scheper, hij had meestal geen eigen schapen en haalde de schapen van de boeren op en trok er mee naar de heide om te grazen. Aan het eind van de dag bracht de herder ze naar de schaapskooi, die lag meestal op de heide of in een buitengebied. ’s Nachts verbleven de schapen in de schaapskooi en na het herkauwen poepte ze er flink op los. Dit werd mest en met toevoeging van stro groeide de mesthoop in de stal. Het woord ‘Potstal’ komt van het oppotten van de mest. Aan het eind van de graasperiode bracht de herder (de scheper) de schapen weer terug naar de eigenaren. De mest werd gebruikt om de landerijen van de boeren te bemesten, maar toen in de jaren ’60 de kunstmest werd uitgevonden werd de schapenmest overbodig. Hierna nam het aantal schapen in Nederland ook sterk af en verdwenen er bijna diverse schapenrassen. Gelukkig kunnen we bijna zeggen, want door enthousiaste fokkers zijn er veel schapenrassen behouden gebleven.

Wij zijn een gescheperde kudde en trekken met onze honden en de kudde door De Zuidrand, het natuurgebied langs Schiedam, Vlaardingen en Midden Delfland. De schapen staan ’s avonds en ’s nachts achter netten voor de veiligheid, zodat ze niet gaan wandelen of schrikken van (loslopende) honden.


                                                    Genette kudde

                                                    Gescheperde kudde

                                                    Oude schaapskooi (Leersum)

E-mailen